Koorts bij neutropenie bij kinderen met kanker
De lange termijn overleving voor kinderen met kanker is de laatste 20 jaar aanzienlijk verbeterd door het gebruik van intensieve chemotherapie. Echter, gaat chemotherapie met een aantal complicaties gepaard, zoals koorts ten tijde van slechte afweer door een tekort aan witte bloedcellen. Dat wordt neutropenie genoemd. Dit onderzoek focust zich op het verlagen van het risico op koorts bij een chemotherapie behandeling.


Over het onderzoek
Kinderen met koorts bij neutropenie hebben een aanzienlijke kans op een ernstig verlopende bacteriële infectie. Daarom worden alle kinderen die zich zo presenteren opgenomen in het ziekenhuis en behandeld met intraveneuze antibiotica gedurende ongeveer 7 tot 10 dagen. Patiënten worden pas ontslagen wanneer de koorts minimaal 24 uur is verdwenen, het aantal witte bloedcellen is hersteld, en de bloedkweken negatief zijn gebleven. Een groot deel van de patiënten zal echter (achteraf bezien) geen bacteriële infectie hebben en dus ten onrechte worden opgenomen en behandeld.
Helaas is het tot op heden niet mogelijk bij presentatie van koorts bij neutropenie te voorspellen welke kinderen een bacteriële infectie hebben en behandeld moeten worden en welke niet. Daarom is er een protocol ontworpen dat deze kinderen waarschijnlijk zal kunnen selecteren, waardoor uiteindelijk ongeveer 50% van de kinderen niet of minder lang in het ziekenhuis hoeven te worden opgenomen.
In een prospectieve studie in alle kinderoncologische centra in Nederland zal onderzocht worden of dit protocol bruikbaar is. Als blijkt dat deze 50% van de kinderen inderdaad niet of aanmerkelijk korter hoeven te worden opgenomen bij een periode van koorts, betekent dit een aanmerkelijke verbetering van hun kwaliteit van leven en dat van hun directe omgeving. De verwachting is dat ook de gemaakte kosten voor deze 50% van de kinderen aanzienlijk lager zullen zijn.
Stand van zaken
In deze prospectieve studie wordt een risicomodel onderzocht, waarbij kinderen met kanker, die zich presenteren met koorts bij neutropenie, worden ingedeeld in verschillende risicogroepen voor bacteriële infectie (op basis waarvan wel of niet wordt gestart met antibiotica). Het risicomodel is gebaseerd op klinische parameters en de infectieuze biologische marker in het bloed (Interleukine 8).
Wegens de complexiteit van de studie heeft het meer moeite gekost dan gepland de studie in de diverse centra op te starten. Binnenkort zal de eerste patiënt deelnemen aan de studie in Rotterdam, in de overige centra lopen de voorbereidingen. Verwacht wordt dat de studie in ieder geval nog 2 jaar zal lopen om het aantal benodigde deelnemende patiënten te halen.
Conclusie
Er is onderzocht of de overbehandeling van kinderen met koorts bij neutropenie kan worden gereduceerd aan de hand van een risicomodel gebaseerd op Interleukine-8 in combinatie met objectieve klinische parameters. In totaal werden 233 periodes van koorts geïncludeerd in de studie. 28% van deze episodes waren zogenaamde hoog risico periodes met ofwel een duidelijke oorzaak van de koorts, danwel een hoge hartslag/ademhaling of lage bloeddruk. Deze patiënten kregen de standaard behandeling van ongeveer een week intraveneuze antibiotica. 20% van de kinderen had op grond van ons model een laag risico op een infectie en kreeg geen antibiotica. Patiënten werden uit het ziekenhuis ontslagen als ze geen koorts meer hadden (gemiddeld na 3 dagen). Bij 3 kinderen bleek in de loop van de opname dat er toch een infect was, deze kinderen kregen alsnog antibiotica en knapten goed op. 3 kinderen kregen weer koorts toen ze thuis waren, en moesten worden heropgenomen voor antibiotica (hoewel achteraf bleek dat er ook op dat moment geen bacterieel infect was). De overige 52% zat in de medium risico groep. 42% van deze kinderen kon na 3 dagen naar huis worden ontslagen (gemiddelde opname duur 5 dagen, dus eerder dan dit vroeger in de praktijk gebeurde). Kortom, meer dan 40% van de patiënten bleek baat te hebben bij dit risicomodel door een kortere ziekenhuisopname dan voorheen. In de toekomst zal er verder onderzoek worden gedaan of het aantal kinderen dat eerder naar huis kan nog verder kan worden vergroot, zodat zo min mogelijk kinderen “voor niets” in het ziekenhuis liggen, terwijl de kinderen voor wie dat wel nodig is uiteraard nog steeds de meest optimale behandeling krijgen.
Onderzoeksnummer: 23
Centrum: Beatrix Kinderziekenhuis - UMC Groningen
Startjaar: 2007
Looptijd: 5 jaar
Totale kosten/bijdrage KiKa: € 207.674