Prof. dr. Hans Merks aan het woord
Over zijn onderzoek naar botkanker
Elk jaar krijgen ongeveer 15 tot 20 kinderen in Nederland een osteosarcoom, de meest voorkomende vorm van botkanker op de kinderleeftijd. “De meerderheid van deze kinderen geneest, maar er is nog veel winst te behalen”, vertelt arts en hoogleraar Hans Merks van het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie. Hij doet al jaren onderzoek naar botkanker, deels gesteund door KiKa, en licht toe: “Het leven van kinderen met een osteosarcoom wordt na hun diagnose nooit meer hetzelfde, maar dankzij onderzoek is er wél vooruitgang.”


“Een kind hoort opeens dat het ernstig ziek is”
Osteosarcomen komen vooral voor bij tieners, meestal rond de knie. “Ze staan vol in het leven, tot ze opeens keihard op hun rug worden geworpen met het bericht dat ze ernstig ziek zijn”, vertelt Prof. dr. Hans Merks.
Kinderen met een osteosarcoom krijgen chemotherapie en een vaak ingrijpende operatie. “Binnen twaalf weken na diagnose moeten zij en hun ouders samen met het behandelteam beslissen welke ingrijpende operatie er gaat plaatsvinden om de kanker te verwijderen. Deze keuze verandert hun leven voorgoed en is niet terug te draaien”, zegt Merks. “Meestal kunnen zij kiezen tussen verschillende operaties, die elk hun eigen voor- en nadelen hebben. Vaak verandert het lichaam blijvend en kan het kind na de operatie geen (top)sport meer doen zoals het gewend was.” Hij benadrukt: “Hun leven wordt nooit meer hetzelfde. Dit maakt deze vorm van kinderkanker extra heftig.”
“We maken steeds stappen dankzij onderzoek”
Voor de opening van het Máxima in 2018 deden onderzoekers in Nederland relatief weinig onderzoek naar osteosarcomen. “Doordat zorg en onderzoek nu samenkomen in één centrum, gaat het onderzoek veel sneller vooruit”, vertelt Merks. “Dat heeft al tot flinke voortuitgang geleid.”
Zo ontwikkelde Merks samen met Prof. dr. Jos Bramer en fysiotherapeut dr. Peter Bekkering een hulpmiddel om kinderen met een osteosarcoom en hun ouders beter te begeleiden bij het kiezen van de levensveranderende operatie. Merks licht toe: “Daardoor is de stress rondom deze beslissing sterk verminderd. We verwachten dat zij in de toekomst tevredener zullen zijn met deze beslissing.”

Er is ook vooruitgang geboekt op het gebied van moleculaire diagnostiek, het bestuderen van kleine onderdelen, zoals DNA, om een ziekte te vinden. Dit is dankzij het werk van kinderarts Roelof van Ewijk en pathologen dr. Lennart Kester en dr. Laura Hiemcke-Jiwa. “Tot voor kort konden we bij diagnose moeilijk inschatten wat de kans op genezing is. We weten nu dat informatie over het DNA – een soort genetische vingerafdruk - kan helpen om patiënten beter in groepen te verdelen. Zo kunnen we kinderen met een minder goede kans op genezing straks sneller behandelen met nieuwe therapieën in plaats van vast te houden aan een standaardbehandeling die bij hen vaak niet werkt”, zegt Merks.
Uitdagingen motiveren enorm
Jaarlijks krijgen weinig kinderen in Nederland een osteosarcoom. Toch zijn grote groepen nodig om deze vorm van kinderkanker te onderzoeken. “De grootste uitdaging is om genoeg patiënten te verzamelen om al onze vragen te beantwoorden. Daarom zijn internationale samenwerkingen cruciaal”, aldus Merks.
“Daarnaast zijn sommige technieken nog niet beschikbaar voor het osteosarcoom, zoals vloeibare biopsieën”. Artsen kunnen met deze techniek via een klein beetje bloed informatie over de kanker verkrijgen. Zo kunnen ze bij kinderen met leukemie de sterkte van de behandeling bepalen en terugkeer van de ziekte op tijd herkennen. Merks vertelt: “In het Máxima zijn we deze techniek ook aan het opzetten voor het osteosarcoom.”
De toekomst
Gepassioneerde onderzoekers zoals Merks zitten te springen om met deze uitdagingen aan de slag te gaan. “Er moet nog heel veel gebeuren, maar patiënten behandelen en coachen en samen met collega's zoeken naar de beste oplossing voor elke patiënt geeft veel voldoening”, benadrukt Merks.
Hij vervolgt: "We werken hard aan nieuwe onderzoeksprojecten voor KiKa. Hierdoor blijven we leren en kunnen kinderen met een osteosarcoom uiteindelijk gezond bejaard worden. Dat is ons streven.”