Biologische processen bij neuroblastoom tumorgroei en uitzaaiingen
Neuroblastomen zijn tumoren die zich bij elke patiënt heel anders kunnen gedragen. Soms kunnen ze spontaan verdwijnen maar vaak verloopt de ziekte zeer snel en fataal zijn, vooral omdat de helft van de patiënten bij diagnose al uitzaaiingen heeft. De overlevingskans voor deze hoog-risico patiënten is minder dan 30%. Onderzoekers van het Emma Kinderziekenhuis - AMC Amsterdam hebben onderzoek gedaan om de patronen van tumorgroei en uitzaaiingen te vinden en de biologische processen die hiermee samenhangen te achterhalen.
Over het onderzoek
In een vooronderzoek van 22 patiënten bleek dat op scans van neuroblastoompatiënten verschillen in tumorgroei en uitzaaiingen waren te zien. Deze patiënten waren in te delen in twee groepen: patiënten met uitgebreide uitzaaiingen binnen veel lichaamsdelen en patiënten met vooral kleine uitzaaiingen in weinig lichaamsdelen. De onderzoekers hebben onderzocht of er een verband bestaat tussen patronen in uitgezaaide neuroblastoomcellen en bijvoorbeeld leeftijd of een genetische afwijking. Als dit bekend is, kunnen patiënten worden ingedeeld in verschillende risicogroepen en een gerichte behandeling kunnen worden ontwikkeld.
De onderzoekers hebben in dit onderzoek 50 diagnostische MIBG scans bekeken (MIBG is een radioactief molecuul dat neuroblastoomcellen zichtbaar maakt) en bij elke tumor onderzocht welke genen afwijkend zijn. Hiervoor hebben ze de genen van gezonde cellen vergeleken met die van tumorcellen. De afwijkende genen coderen elk voor een eiwit en deze eiwitten spelen een rol bij bepaalde biologische processen.
De resultaten
De onderzoekers ontdekten twee patronen van uitzaaiingen, patroon 1: de tumorcellen blijven in het weefsel en er zijn weinig uitgezaaide tumorcellen, patroon 2: er zijn veel uitgezaaide tumorcellen die naar omliggende weefsels groeien. Deze patronen blijken samen te hangen met een belangrijke genetische afwijking: MYCN amplificatie. Patiënten met deze afwijking hebben een slechte prognose.
Tot nu toe hebben de onderzoekers niks in de literatuur kunnen vinden dat deze twee patronen kan verklaren. Het is dan ook belangrijk dat deze twee patronen worden bevestigd in een tweede, grotere patiëntengroep en om te onderzoeken wat de onderliggende biologie is van deze twee patronen. Zo kunnen er kandidaat genen gevonden worden die aanknopingspunten voor nieuwe therapie kunnen zijn.
Onderzoeksnummer: 61
Centrum: Emma Kinderziekenhuis - AMC Amsterdam
Startjaar: 2010
Looptijd: 1 jaar
Totale kosten/bijdrage KiKa: € 85.720