De weg naar goud: het verhaal van Joël de Jong
Op 5-jarige leeftijd verloor Joël zijn been aan de gevolgen van botkanker. Hij besloot zijn dromen niet op te geven. Inmiddels is hij uitgegroeid tot een van de grootste atleten van ons land.
Als ambassadeur voor KiKa zet Joël zich nu in voor één doel: 100% genezing van kinderkanker. "Zodat alle kinderen, net als ik, hun dromen kunnen najagen."


Joël is vier jaar oud wanneer hij voor het eerst pijn voelt in zijn been. De artsen denken aan een simpele ontsteking maar al snel volgt de diagnose: een agressieve vorm van botkanker. “Ik weet nog goed toen we het nieuws kregen,” zegt Joël. “Mijn moeder was verdrietig. Ik begreep niet alles maar ik wist dat het ernstig was.”
Het leven van het gezin verandert in één klap. Joël brengt bijna een jaar door in het UMC Groningen waar hij veertien zware chemokuren ondergaat. Na de zevende kuur is er nog maar één optie om zijn leven te redden: amputatie van zijn been. “Ik wist niet goed hoe mijn toekomst eruit zou komen te zien. Zou ik ooit nog kunnen lopen of kunnen sporten?”
Joël weigert zich neer te leggen bij dat idee. Nog voordat zijn behandelingen klaar zijn krijgt hij zijn eerste prothese. Met vallen en opstaan leert hij opnieuw lopen. “Ze noemden me het succesnummer van de afdeling. En al snel kon ik zelfs weer voetballen en tennissen.”
De voetbalwedstrijden zijn soms meedogenloos: tackles en slidings breken zijn prothese meerdere keren in tweeën. “Eén keer kreeg ik zo’n harde schop dat mijn been gewoon doormidden lag. De tegenstander schrok zich kapot, ik ook. Maar achteraf konden we erom lachen. Mijn ouders iets minder, die zagen weer een nieuwe rekening voor een ‘been’.”
Uiteindelijk zeggen zijn ouders: het is tijd voor iets anders. “Probeer een sport waarbij je protheses niet steeds sneuvelen.” Tijdens een speciale dag voor kinderen in het Olympisch Stadion mag Joël voor het eerst een blade proberen. “Dat gevoel… het leek alsof ik vloog. Vanaf dat moment was ik verkocht.”

Hij raakt verliefd op de snelheid van het rennen en gaat trainen met zijn eerste coach in Hoorn, die hem alles leert over sport en discipline. Toch worstelt Joël ook met de schaamte voor zijn been. Hij probeert zijn prothese te verbergen, bang om gepest te worden. “Ik wilde niet dat kinderen zouden zien dat ik anders was.” Een keerpunt komt wanneer hij wordt uitgenodigd voor een winterkamp voor kinderen met kanker. “Daar zag ik kinderen met een prothese die vol trots rondliepen. Toen dacht ik: hé, dat kan ik ook. Mijn coach daagde mij uit om mijn afwerking niet meer te dragen en gewoon de wijde wereld in te gaan. Dat was voor mij een belangrijk moment.”
Vanaf dat moment gaat het snel. Joëls talent blijft niet onopgemerkt: hij mag aansluiten bij een speciaal talententeam op Papendal. Daar traint hij hard, verbetert hij zichzelf keer op keer en plaatst hij zich voor het EK 2018 in Berlijn. Hij pakt meteen brons op de 100 meter én met de 4x100 meter estafette.

De jaren erna stapelt hij de successen op. In 2021 wordt hij Europees kampioen op de 100 en 200 meter. Twee jaar later, in 2023, verovert hij de wereldtitel op het verspringen én de 100 meter, en wordt hij benoemd tot Parasportman van het Jaar. Hoogtepunt tot nu toe is de Paralympische Spelen in Parijs, waar hij goud wint met een wereldrecordsprong van 7,68 meter. En hij is nog lang niet klaar: in oktober strijdt Joël op het WK in India voor een nieuwe medaille.
Joël beseft elke dag hoeveel meer hij nu kan dan hij ooit had durven dromen. Nu zet hij zich als ambassadeur van KiKa in voor kinderen die nu door hetzelfde heen gaan als hij ooit. “Ik hoop dat kinderen met kanker kunnen dromen over een mooie toekomst, net als ik.





